De meridiaanoefeningen zijn strekkingen die kunnen helpen meer in balans te komen, zodat de Qi beter door de meridianen stroomt. U kunt een paar oefeningen doen, maar ook de hele reeks. Het maakt niet uit waar u begint, maar het handigste is met het metaalelement te beginnen, omdat dit de enige staande oefening is.
Bij elke oefening is het de bedoeling een aantal ademhalingen in de strekking te blijven zitten of staan. Een aantal kan 3, 4 of nog meer zijn, wat de voorkeur heeft. Voer eventueel het aantal ademhalingen in een week of maand op. Adem naar de buik toe en probeer lang in- en uit te ademen. Bij elke (uit)ademhaling krijgt u meer ruimte om verder te strekken. Wanneer u voor de strekking naar voren, achter of opzij buigt, doet u dat op een uitademing; op een inademing komt u weer omhoog.
METAAL (long- en dikke darmmeridiaan)
Ga op schouderbreedte staan, de armen naar achteren en haak de duimen in elkaar (zie foto 1). Dan naar voren buigen (zie foto 2). De oefening kan nog een keer worden gedaan, maar haak nu de duimen andersom in elkaar en buig opnieuw naar. Deze strekking is voelbaar in de borstkas, schouders en de armen.
WATER (nier- en blaasmeridiaan)
Ga zitten met de benen languit. Doe de armen langs de oren omhoog en buig naar voren op (zie foto 3). De strekking is voelbaar aan de binnenkant van de benen.
HOUT (lever- en galblaasmeridiaan)
Ga wijdbeens zitten, zo ver als prettig is, doe de armen omhoog (langs de oren) en buig naar rechts of links (zie foto 4). De armen weer omhoog en nu naar de andere kant buigen buigen. Bij deze oefening is de strekking voelbaar aan de binnenkant van de benen bij de liezen en aan de zijflanken van het lichaam.
VUUR1 (hart- en dunne darmmeridiaan)
Buig de benen en plaats de voeten tegen elkaar. De knieën vallen naar buiten. Buig naar voren (zie foto 5). De strekking bij deze oefening wordt aan de binnenkant van de benen gevoeld, maar kan ook bij de schouders of schouderbladen gevoeld worden.
VUUR2 (pericard- en driewarmermeridiaan)
Ga in kleermakerszit zitten, plaats de handen gekruisd op een knie (linker hand op de rechterknie en de rechter hand op de linkerknie) en buig naar voren (zie foto 6 en 7). Als u weer omhoog gekomen bent, gaat u weer in kleermakerzit zitten, maar dan met het andere been aan de voorkant. Dit is de kleermakerszit die niet de voorkeur heeft. De armen ook zo kruisen dat de andere arm nu voor is.
AARDE (milt- en maagmeridiaan)
Ga op de knieën zitten, zo dat de voeten naast de billen komen. Voor degene die dat kunnen: buig naar achteren en lig met de rug plat op de ondergrond, de armen naar achteren (zie foto 8). Als dat niet haalbaar is, kan er een kussen onder de rug geplaatst worden of ga met het lichaam 45˚ naar achteren en steun op de onderarmen. Strek de nek door het hoofd naar achteren te buigen. De strekking is voelbaar op de bovenbenen, binnenkant van de bovenbenen en de romp.