De belangrijkste functies van de Lever binnen de TCM is de opslag van bloed en de vrije stroom van energie in het lichaam. Wanneer de Leverenergie in balans is, kan deze alle kanten op bewegen. Als dat niet het geval is, kan de energie gaan stagneren of te yang worden en omhoog stijgen. Stagnerende Leverenergie uit zich in een opgeblazen gevoel, in de buik, het borstgebied, de flanken, de maag of door veel te zuchten, een brok in de keel of stemmingswisselingen. Te yange omhoogstijgende Leverenergie veroorzaakt hoofdpijnen, oogproblemen, duizeligheid, stijve nek, pijn in schouders, neiging tot het uiten van woede.
De Lever slaat het bloed op als het in rust is. Daar wordt het bloed bewaard en de Lever geeft het weer af, als het lichaam actief wordt en de weefsels weer voeding nodig hebben. Als de Lever het bloed te langzaam afgeeft of het bloed is te zwak, zal men zich stijf voelen. Vooral na momenten van rust.
Ook houdt de Lever de planning in de gaten. Dat gebeurt o.a. met de cyclussen van het lichaam, zoals het dag- en nachtritme en de menstruatiecyclus.
De rol van de galblaas volgens de TCM
De Galblaas en de Lever werken samen. De Lever maakt het gal en de Galblaas slaat het gal op en scheidt het af. De Lever maakt de plannen en de Galblaas heeft het lef, de moed om ze uit te voeren. Is de energie van de Galblaas in balans, dan is men besluitvaardig, durft risico’s te nemen en voet bij stuk te houden. Een deficiënte Galblaas aarzelt en de persoon kan verlegen zijn.
De Galblaasmeridiaan ondersteunt onze houding aan de zijkant van het lichaam. Evenwichtsstoornissen, tegen dingen aanlopen, heupproblemen, pijn in de flanken of aan de zijkant van het hoofd en nekpijn zijn klachten die bij een disbalans in de Galblaasmeridiaan horen. In de westerse geneeskunde is de Galblaas voor het verteren van vetten. Ook in de TCM zijn problemen met de vetvertering een onevenwichtigheid van de Galblaas.