In onze maatschappij wordt yang heel erg gepromoot. Het druk hebben wordt als positief gezien. Na het werken overdag, hebben veel mensen ‘s avonds ook nog allerlei bezigheden die moeten. Agenda’s zijn overvol. We zijn te veel yang bezig. Je kunt lang door blijven gaan op je yange kracht, maar op een gegeven moment heeft yin moeite om yang af te remmen. Dat kan na een bepaalde tijd tot uiting komen.
Als yang lange tijd de overhand heeft, kunnen verschillende klachten ontstaan, zoals een rood hoofd, hoofdpijnen (het yang stijgt naar boven), schouder- en nekklachten, constipatie (yang droogt de vloeistoffen op) en hoge bloeddruk (het hart is te yang). Ook kunnen klachten zich ‘s nachts uiten: zweten, het warm hebben, veel plassen, een droge mond en keel hebben. Het lichaam probeert de warmte van yang te verwijderen en het lichaam weer tot rust te krijgen door middel van zweten of veel plassen. Te veel yang kan ook voor geestelijke onrust zorgen, wat zich uit in slaapproblemen, veel dromen en je onrustig voelen.
Zelf yin voeden
Als je neigt naar te veel yang en te weinig yin, kan je iets aan je leefpatroon veranderen. Bijvoorbeeld eerder naar bed gaan en vooral niet te laat meer achter de computer blijven zitten (= yange energie). Of vlak voor het slapen een spannende film kijken, kan de geest ook onrustig maken.
Doe ‘s avonds minder activiteiten die moeten en meer dingen waar je blij van wordt. Of doe rustig aan na een drukke dag, plan niet je hele weekend vol, maar neem ook de tijd voor jezelf. Maak eens een boswandeling; dat voedt je yin. Kortom, rust voedt het yin. Heel logisch en iedereen weet het, maar we handelen er vaak niet naar.
Ook met eten kan het yin gevoed worden: koken en stomen zijn yinne bereidingswijzen. Te veel pittig eten droogt het yin (vloeistoffen) op. Daarentegen, peulvruchten, kip, vis, granen (rijst, gierst en quinoa) en eieren dragen bij om het yin te voeden.
